Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want het geschiedde, als Israel gezaaid had, zo [4]kwamen de Midianieten op, en de Amalekieten, en die van het [5]oosten kwamen ook op tegen [6]hen. 4. Dit hadden zij tevoren jaarlijks gedaan en deden het nu in het zevende jaar wederom. 5. Die oostwaarts woonden, inzonderheid de Arabieren, die in tenten gewoon waren zich te onthouden. Zie onder, hfdst.8 vs.10,11; Gen.29:1, en Job 1:3. Hebreeuws, kinderen van het oosten. 6. Namelijk, Israel, gelijk in het begin van vs.3 staat.